Tuesday
Jan252011

beta's en alpha's buiten school

Bèta talent is universeel aangeboren en wordt ontwikkeld in de eerste 4 jaar van ons leven. Als we naar de basisschool gaan leren we heel andere zaken, gericht op socialisatie met taal als middel tot uitdrukken. Dat het nuttige zaken betreft betwist ik niet, maar er is sprake van ‘eenzijdigheid’ die de rest van de schoolcarrière zijn tol eist. En juist op het terrein van de bèta.  

voor de hele tekst zie: 

aldea web log

 

Tuesday
Jan252011

waarom spelen met blokken leerzaam is

thema Science & Fiction or Fiction of Science

ingezonden bijdrage aan TED (technology, entertainement design) en NRC op 30 november te Amsterdam. 

Bèta met Alpha habit(u)s: superstimulans voor beta-talent

Questions&Answers on a Hamlet 4 Learning Environments

Q1: Waarom speelt een architect met blokken?

A1.1: een model in materiaal laat de derde dimensie tastbaar onderzoeken.

A1.2: materiaal, vorm en ruimte zijn zintuiglijke verschijningen.

A1.3: In een groep met meer mensen ontstaat er dynamiek, simultaan en flexibel (en controleerbaar).

Q2: Waarom spelen kinderen met blokken?

A2.1: kinderen onderzoeken op een  vanzelfsprekende manier de wereld en hun reeds opgedane ervaring.

A2.2: “bouwen is een impuls die de daad prefereert boven de voltooiing”. (John.N. Habraken)

A2.3: alle bouwwerken zijn voorwendsels (pretext) voor verhalen en verder spelen.

Q3: Waarom wil ik samen met kinderen met blokken werken?

A3.1: Observatie en experiment op basisscholen toont dat de combinatie van blokken met instructies en begeleiding, naast het trainen van ruimtelijke vaardigheden ook reken- en taalbegrip voedt.

A3.2: Het palet aan beroepen waarin ruimtelijk inzicht figureert is breed en veelzijdig. Van bakker tot bloemist, van timmerman tot tandarts.

Q4: Voldoen de blokken op de basisscholen dan niet?

A4.1: De beukenhouten Haagse blokken zijn erg groot en de bekende Fröbel blokjes juist weer erg klein. Ook het ontbreken van instructies speelt een rol. En de plaats die de blokkendoos inneemt in de klas. Vaak op de gang of in de (blokken)hoek. Niet op tafel of centraal op de grond.

A4.2: Een afgewogen samengestelde blokkendoos met instructies en begeleiding kan als leskist, een bron van zinvolle experimenten zijn, en tevens verdieping zowel als ondersteuning van (reguliere) lessen.

Q5: Je beoogt een onderwijsvernieuwing. welke wereld zie je voor je als er meer met blokken wordt gespeeld?

A5.1 Meer plezier in de leeromgeving. Maria Montessori sprak over “door het kind naar een betere wereld”. Haar reken en taal methoden gebruiken zintuiglijke instrumenten. Blokjes in allerlei kleuren en letters van schuurpapier. Ik geloof in de zintuiglijk motorische methodes als het op leren aankomt.

A5.2: De ABΩ blokken maken gecombineerd in aantal en matenreeks spontaan ordenen al tot een feest. En het inpakken van de kist een proeve van bekwaamheid in ruimtelijk inzicht. Iedere keer opnieuw.

Q6: Ruimtelijk inzicht is belangrijk. Kan dat ook op andere manieren worden getrained?

A6.1: Naast ABΩ blokken en de instructies komen op de (school) omgeving gerichte buitenlessen: samen aldea buurtschap bouwen. Buiten en binnen de klas is de focus gericht op leren door doen: ActionLearning ©.

A6.2: Behalve de blokken met instructies voor in de klas is er de buurt rondom school. Dat is de omgeving waarin de kinderen leren door begeleid te kijken en onderzoeken. Ook buiten school.

Q7: Wat is de bestemming van aldea buurtschap bouwen traject?

A7.1: De directe omgeving , stedelijk, maar ook landelijk, tot leeromgeving smeden. Die voorbereide omgeving is om ons heen, bomen, dieren, water, bebouwing, de school, het speelplein, de buurt in sociale samenhang.

A7.2: De science & fiction / fiction or science: die ik zie is dat aldea buurtschap bouwers aangeboren en ontwikkeld bèta talent kunnen inzetten of ze nu wetenschap, hoofd- en/of handwerk of kunst bedrijven.  

 

Amsterdam/GK - Nuland/Ed Kooiman stelde de vragen november 2010 

Sunday
Jan232011

actualiteit

Eind 2010 is de discussie in de politiek en beleid uitgebreid belicht in de schrijvende pers. Minister Marja van B. wil Beta en Alfa profielen her-invoeren in de onderbouw van het basisonderwijs. NRC december 2010. Jeroen van der Veer, ex-Shell CEO, nu voorzitter van het Beta platform Techniek, pleit op het Worldforum in Den Haag, op 3 december 2010 voor noodzaak om de technici en ingenieurs, de beta's in de breedte, beter te ondersteunen. Hij stelt 4 maatregelen voor in het onderwijs, van middelbare school tot aan universiteit. De basisschool wordt genoemd, maar krijgt geen concrete maatregel genoemd. En ons inziens, en uit diverse studies blijkt dat juist, is daar de eerste en wellicht zelfs grootste winst mbt het stimuleren van beta talent te boeken. 

aldus,

Guido Keizer. 

 

Tuesday
Dec072010

Bèta (B); Alpha (A) & Omega (Ω)

Begin bij het begin: stop het alfabetiseren, zet in op alfa-habit(u)s.

citaat uit open brief aan de minister van onderwijs, Marja van Bijsterveld.

Richt U aandacht ook op het basisonderwijs. Daar begint het (onder)scheiden der geest(en). Niet de alpha en bèta op eenzame routes dirigeren, een kind van 4 jaar heeft twee hersenhelften tot zijn beschikking. Indien die beiden sferen direct in groep 1 op de basisschool in samenhang worden gezien en gehoord dan kunnen we een wereld winnen. Want in de belangrijke jaren in groep 6,7 en 8 (in de leeftijd tussen de 10 en 12 jaar) worden de scheidslijnen tussen voorkeuren en aanleg getrokken. Maar omdat te kunnen doen hebben deze kinderen vaardigheden aan beide zijden van het spectrum nodig. Met goede leermeesters aan hun zijde. De toekomst voor jong en oud is aan de bèta met een alpha habitus.

 

voor de volledige tekst zie aldeaweb.log

 

Wednesday
Nov242010

verslag conferentie Talentenkracht dd 14/2/07

De koffietafel met daarop het groene boekje of dr Spock

Om aan het eind te beginnen. Wat is het belangrijkste om te doen hield Jan de Lange de aanwezige conferentie bezoekers voor. In deze interactieve ronde met panel en zaal wierp een deelneemster op dat we (ouders en leerkrachten) gewoon weer de intiatieven van kinderen moeten zien en honoreren. Een andere deelnemer suggereerde dat ouders dus ook de tijd moeten nemen om naar hun kinderen te kijken. Een directeur van een basischool uit Katwijk gaf als voorbeeld dat op een speciale avond voor de ouders over het luisteren naar kinderen ouders zelf de spreker niet lieten uitpraten en door elkaar praatten.
Dat gaat dus eigenlijk over fatsoen, gewone deugden van luisteren, kijken en reflecteren. Misschien is het inderdaad niet zo ingewikkeld.

Jan de Lange hield als gespreksleider de zaal voor of een koffietafelboek misschien de oplossing is om ouders weer de ogen te geven die nodig zijn om kindertalenten te zien en te voeden. Distributie via een laagdrempelige medium als de Allerhande werd gesuggereerd. De Lange stelde de vraag aan de panelleden welke producten zij vanuit TK voor zich zagen zodat de talentenkracht van kinderen kan worden gestimuleerd. Bewustzijn bij allen die betrokken zijn bij de begeleiding van jonge kinderen, leerkrachten, leidsters, ouders.

Een groot deel van de conferentie werd gewijd aan de resultaten van de vier satelieten van Talentenkracht die elk op een eigen terrein een wetenschappelijke basis leggen voor het onderzoek naar de talenten van jonge kinderen. Het Freudenthal instituut in Utrecht spoort de methodische talenten van kinderen op. Het zoeken is nog naar de categorieen. Jelle Jolles, vanuit de neurowetenschappen gaf met enkele modellen de ontwikkeling van het baby brain tot aan volwassenheid weer. Conclusie eerst is het brein een fijnmazig netwerk tot ± 2 jaar, maar later onder invloed van de omgeving worden veel verbindingen opgedoekt. We verliezen dus mogelijkheden tot verfijning. De omgeving bepaalt proces van het snoeien. Door steun, sturing en ervaring verdwijnen niet-efficiente verbindingen. Bij het ouder worden komt er voor in de plaats dat het brein efficienter omgaat met opslag, verdeeld over verschillende partities.
Wel staat vast dat een stimulerende omgeving significant bijdraagt aan de ontwikkeling van het brein en gerelateerde vaardigheden. Sociale deprivatie is het gevolg van verwaarlozing in de early ages.
Beta aanleg is te trainen, alle kinderen hebben het van nature. Denken, rekenen, wiskunde, getallen begrip hangt nauw samen met ruimtelijk inzicht. Verder blijkt uit canadees onderzoek dat verhalen vertellen ons abstractie vermogen traint.

In de sateliet Maasstricht ging men te werk met kleine groepjes van 4 kinderen. De invloed van de interactie is goed te zien op het individuele gedrag bij de opdrachten.
De deelnemende kinderen volgen elkaar bij moeilijke keuzes, of copieeren gedrag.

Veel filmmateriaal brengt het senso-motorisch inzicht, ook wel het handelend denken, van kinderen goed in beeld. Waar in het basisonderwijs en ook al op de voorschoolse opvang in de creche leerkrachen en leidsters mee te maken hebben is de vertaling van deze natuurlijke vaardigheid naar een meer conceptueel niveau, waarbij taal en ruimtelijk inzicht gepaard ontwikkelen.

De ondersteuning van leerkrachten in de versterking van de pedagogische omgeving is hard nodig, omdat in de praktijk de taaluitingen zoals meer, minder, hoger, lager, slechts 3% beslaat van de communicatie tussen leerkracht en kinderen. Buiten de schoolmuren is de begeleiding zo mogelijk nog minder. Wel leren de kinderen veel sociale vaardigheden aan in die leeftijd. Ontwikkeling van bstractere begrippen zoals meer en minder, hoog en laag, maten en grenzen worden niet meer actief ondersteund. Talentenkracht wil daarom ook de ogen van de ouders en leerkrachten betrekken bij het vergroten van de uitdagende omgeving.

Het Amstelinstituut stelde in haar satelietonderzoek dat kinderen met mentale modellen door een proefopstelling navigeren. Dat werd bevestigd door de proefopstellingen in NEMO. De vraag die ons bijblijft is hoe ontwikkelen ze die modellen. Dat ze in die 'onzekere' omgeving toch verder komen.

Van jongs af aan oefenen ze bewust, onbewust in spel en leren.
LINK Dit idee is in de literatuur (social logic of space) vanuit ruimtelijke ordening beschreven door Hillier cs. in het disused factory model.

Dat deze ruimtelijke modelering van de omgeving/wereld ook dienst doet bij het hanteren van getallen en taal is dus een wetenschappelijk vastgesteld gegeven. De vraag is dan hoe we met deze wetenschap in het basisonderwijs de beta (en alpha) talenten van kinderen kunnen stimuleren.

tot zover,

Guido Keizer

http://www.talentenkracht.nl

Posted on donderdag, februari 22, 2007 at 11:58AM by Registered CommenterGuido Keizer |